kraaloog

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kraaloog. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kraaloog, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kraaloog in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kraaloog is hier. De definitie van het woord kraaloog zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankraaloog, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • kraal·oog
enkelvoud meervoud
naamwoord kraaloog kraalogen
verkleinwoord kraaloogje kraaloogjes

het kraaloogo

  1. een klein schitterend oog
    • Vooral dat laatste is eigenlijk moeilijk te verteren als je het wipneusje en de kraaloogjes van de egels ziet. „Zo’n kuiken lusten ze wel. Daar vind je dan de volgende dag niets meer van terug.”[2] 
    • “Briljante smoes. Gaat u zitten. U krijgt al vast 1 punt extra op uw eerstvolgende proefwerk”, knarste de professor me toe, met zijn quasi-vriendelijke smile rond de mond. De bijbehorende warme blik had zich verstopt achterin de priemende kraaloogjes van zijn kale eierhoofd-met-één-rechtopstaande-krul op het bovenste punt, als van een biggenstaart.[3] 
94 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]
  1. kraaloog op website: Etymologiebank.nl
  2. de Telegraaf NIELS KALKMAN 29 dec. 2016
  3. de Telegraaf 23 okt. 2013
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be