langsdoorsnede

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord langsdoorsnede. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord langsdoorsnede, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je langsdoorsnede in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord langsdoorsnede is hier. De definitie van het woord langsdoorsnede zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlangsdoorsnede, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

1. Een langsdoorsnede van een schildpad.
Uitspraak
Woordafbreking
  • langs·door·sne·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord langsdoorsnede langsdoorsneden
langsdoorsneden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de langsdoorsnedev / m

  1. weergave van het snijvlak als je iets in de lengte in tweeën zou delen
     De langsdoorsneden en de opstanden van de vier gevels maken het mogelijk om zich een beeld te vormen van de tijdens de twee restauratiecampagnes getransformeerde en gerestaureerde ruimten.
     Naast de hydrograaf zijn ook de waterhoogtes op langsdoorsnedes gevraagd.
     Niet vermeld maar wel getekend is de linkerzijgevel met langsdoorsnede.
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 februari 2022 Weblink bron
    Benjamin Zurstrassen
    “Persbericht: Openstelling van het tweede tekenkantoor : Geschiedenis van de museumrestauratie”, Hortamuseum, Brussel, p. 4 Het verhaal van de restauratie op hortamuseum.be
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 februari 2022 Weblink bron
    Guy Henckens & Wouter Engel
    “Benchmark inundatiemodellen” (oktober 2017), Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA), Amersfoort, p. 26
  3. Bronlink geraadpleegd op 25 februari 2022 Weblink bron
    Catharina L. van Groningen
    “De Utrechtse heuvelrug. De Stichtse Lustwarande. Dorpen en landelijk gebied.” (2000), Waanders Uitgevers, Zwolle / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist, ISBN 9040094292, p. 364