leerlust

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord leerlust. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord leerlust, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je leerlust in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord leerlust is hier. De definitie van het woord leerlust zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanleerlust, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • leer·lust
enkelvoud meervoud
naamwoord leerlust leerlusten
verkleinwoord

de leerlustm

  1. het willen leren
    • Ik heb Hans Freudenthal, de wiskundige, eens horen uitleggen wat het verschil is tussen het Nederlandse en het Amerikaanse onderwijs in de kernfysica. Op onze universiteiten verschijnt op de eerste dag voor de eerstejaars de jongste assistent, de amanuensis van de magnetron bij wijze van spreken. In de Verenigde Staten krijgen ze meteen Edward Teller, vader van de waterstofbom, voor de klas. De eerste methode wekt nonchalance en verveling; de tweede prikkelt eerzucht en leerlust. [2] 
    • Daar, in de tuin van het met bloemen overdekte Hotel Esperides, zitten op een van de laatste dagen van september dertien leerlustige vrouwen en een dito man, te luisteren naar de excursiemogelijkheden die de zomerschool naast het lesprogramma in de aanbieding heeft. [3] 
    • Ook een eeuw geleden al werd de bedenker van de leesplank, de uit Stiens afkomstige onderwijzer Hoogeveen, met lof overladen. ‘O, dat leesplankje! Hoe heeft de uitvinder, de heer M.B. Hoogeveen, daarmee en onderwijzers en leerlingen aan zich verplicht! De kinderen nemen nu allen deel aan het onderwijs en ieder heeft wat te doen; ze hoeven niet meer hun beurt af te wachten. ’t Prikkelt den leerlust, ’t bevordert de zelfwerkzaamheid, ’t kweekt attentie, tucht en zorgzaamheid, wat wil je meer?’ [4] 
73 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[5]