leiboom

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord leiboom. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord leiboom, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je leiboom in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord leiboom is hier. De definitie van het woord leiboom zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanleiboom, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
leiboom
  • lei·boom
enkelvoud meervoud
naamwoord leiboom leibomen
verkleinwoord

de leiboomm

  1. een boom waarvan de takken in een bepaalde richting geleid worden
     Dit alles overziend voel ik eigenlijk veel meer voor een tamme haag, bijvoorbeeld van ordentelijke appels of peren. Begin met het slaan van stevige palen waarlangs je draden spant. Een leiboom vormen is niet lastig, zolang je tenminste niet aan snoeiangst lijdt. Anders koop je leiboompjes kant en klaar. Leid de bomen langs de draden.[2]
     Omdat de ruimte voor bomen in het openbare groen vaak beperkt is, kunnen vormbomen een oplossing bieden, meldt PPH. „Ze worden steeds meer toegepast.” Inmiddels bestaat er een uitgebreide variatie aan vormen. De leilinde is de meest bekende leiboom, maar er zijn meer boomsoorten waar van alles mee te doen is.[3]
70 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Romke van de Kaa
    “‘De wilde fruithaag kun je beter vervangen door een tamme’” (18-07-2019), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    Clasina van den Heuvel
    “Leilinde en herfstanemoon in het zonnetje” (19-01-2007), Reformatorisch Dagblad
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be