levenstijd

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord levenstijd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord levenstijd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je levenstijd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord levenstijd is hier. De definitie van het woord levenstijd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlevenstijd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • le·vens·tijd
enkelvoud meervoud
naamwoord levenstijd levenstijden
verkleinwoord

de levenstijdm [1]

  1. de duur van het leven
     'Wat onderscheidt de fanaticus van de martelares? Ben niet ik de martelaar, omdat ik al jaren geleden voor één kant heb gekozen en daar alles voor opoffer? En omdat ik die kant ook in de toekomst wil dienen, met het waardevolste wat een mens heeft, namelijk zijn levenstijd? Terwijl u blind aanrent tegen een overmacht en absoluut dood wil? Dat is fanatisme, of niet soms?' Mia komt met de naald dichter bij zijn oog.[2]
  2. (figuurlijk) de periode dat iets bestaat
     "Je moet over een langere tijd kijken wil je echt iets leuks zien. Het zijn modenamen allemaal. Die hebben een beperkte levenstijd. Dat is ongeveer 40 jaar: ze komen op in 20 jaar en gaan in 20 jaar af."[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Corps delcti” (2009), Ambo/Anthos uitgevers op Wikipedia, ISBN 9789041417480
  3. Bronlink geraadpleegd op 27 september 2024 Weblink bron “Noah en Emma kunnen in Zeeland niet op tegen Jan en Johanna” (vrijdag 12 januari 2018, 14:30), NOS