liefdadigheidsstrijd
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord liefdadigheidsstrijd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord liefdadigheidsstrijd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je liefdadigheidsstrijd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord liefdadigheidsstrijd is hier. De definitie van het woord liefdadigheidsstrijd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanliefdadigheidsstrijd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Geluid: liefdadigheidsstrijd (hulp, bestand)
- IPA: / livˈdadəxhɛitˌstrɛit / (5 lettergrepen)
- lief·da·dig·heids·strijd
- samenstelling van liefdadigheid zn en strijd zn met het invoegsel -s-
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | liefdadigheidsstrijd | - |
| verkleinwoord | - | - |
de liefdadigheidsstrijd m
- wedijver tussen weldoeners, competitie wie het meest bijdraagt aan een goed doel
- ▸ ⧖ Van niet ieder kan veel verwacht worden, waar het gaat om ammunitie in den strijd tegen de armoede, maar van ieder mag verwacht worden, dat hij doet, wat hij voor zijn geweten verantwoorden kan. Dat geweten weegt dan de liefdadigheid af naar het vermogen. En in dezen liefdadigheidsstrijd heeft tenslotte naar een aloude gelijkenis het penningske der weduwe evenveel, zoo niet grootere waarde, als de belangrijke gave van den met aardsche goederen ruimschoots bedeelde.[1]
- Het woord 'liefdadigheidsstrijd' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑
Weblink bron Liefdadigheid naar Vermogen. in: Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant, jrg. 23 nr. 46 (23 februari 1929), C.A. Vieweg & zn, Nijmegen, p. 11 kol. 1
