liepen
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord liepen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord liepen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je liepen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord liepen is hier. De definitie van het woord liepen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanliepen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- lie·pen
| vervoeging van |
|---|
| lopen |
liepen
- meervoud verleden tijd van lopen
- Wij liepen.
- Jullie liepen.
- Zij liepen.
- Wij liepen.
- ▸ Ze liepen in een veel hoger tempo dan ik en hadden me razendsnel ingehaald.[1]
- Het woord liepen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
