lijs

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord lijs. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord lijs, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je lijs in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord lijs is hier. De definitie van het woord lijs zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlijs, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lijs
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘suf persoon’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1580
enkelvoud meervoud
naamwoord lijs lijzen
verkleinwoord lijsje lijsjes

Zelfstandig naamwoord

de lijsv / m

  1. suf, traag, sloom persoon
  2. lange, buigzame pop
    • elke avond had het kind een paar lange lijzen in zijn bed geplaatst  
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
lijzen

lijs

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lijzen
    • Ik lijs. 
  2. gebiedende wijs van lijzen
    • Lijs! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lijzen
    • Lijs je? 

Gangbaarheid

56 % van de Nederlanders;
28 % van de Vlamingen.

Verwijzingen