linolzuur

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord linolzuur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord linolzuur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je linolzuur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord linolzuur is hier. De definitie van het woord linolzuur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlinolzuur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • li·nol·zuur
  • van het Grieks Linon (vlas)[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord linolzuur linolzuren
verkleinwoord

het linolzuuro

  1. (scheikunde) (biologie) (voeding) een tweevoudig onverzadigd, essentieel, omega 6-vetzuur en komt voornamelijk voor in zonnebloemolie en maisolie
    • Een dieet met weinig verzadigd vet en weinig transvetzuren en veel meervoudig onverzadigde vetzuren (dagelijks minimaal 10 gram voor vrouwen en 15 gram voor mannen van het meervoudig onverzadigde vetzuur linolzuur bevat en minimaal 250 milligram van de visvetzuren EPA en DHA) biedt de beste garantie voor een laag risico op een hartinfarct. Dat stellen onderzoekers van Wageningen University in een artikel in de British Journal of Nutrition. [2] 
    • Kuipers toonde aan dat hun dieet vergeleken met westerse voeding meer eiwitten, minder koolhydraten, minder linolzuur en meer omega-3 vetzuren bevatte. Wie te weinig van die vetzuren eet, heeft meer kans op hart- en vaatziekten en depressie. Teveel linolzuur leidt weer tot minder aanmaak en inbouw van die omega-3 vetzuren in het lichaam.[3]  
91 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard 07/08/2011 door gezondheid.be
  3. Volkskrant 20 mei 2014
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be