logeeradres

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord logeeradres. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord logeeradres, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je logeeradres in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord logeeradres is hier. De definitie van het woord logeeradres zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanlogeeradres, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • lo·geer·adres
enkelvoud meervoud
naamwoord logeeradres logeeradressen
verkleinwoord logeeradresje logeeradresjes

het logeeradreso

  1. plaats waar men als gast de nacht kan doorbrengen
     Hij hield haar hand even vast voordat hij hem losliet. Ík was wel naar de veerboot gekomen als ik het geweten had. Hebt u een logeeradres?'`Ja. Hier vlak tegenover.'Ze gebaarde over het zand naar de cottage. `Bij Diighall?[2]
     Het team wil zo snel mogelijk op het vliegtuig stappen, maar er moeten nog praktische zaken worden geregeld, zoals visumverplichtingen en een logeeradres in Paramaribo.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Main, Sarah
    “Huis van eb en vloed” (2015), A.W. Bruna Uitgevers op Wikipedia, ISBN 9789044974515
  3. Bronlink geraadpleegd op 3 januari 2022 Weblink bron “'Team met medisch personeel vrijdag naar Suriname'” (30-05-2021), NOS