Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
maakte uit. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
maakte uit, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
maakte uit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
maakte uit is hier. De definitie van het woord
maakte uit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
maakte uit, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
maakte uit
- enkelvoud verleden tijd van uitmaken
- Ik maakte uit.
- Jij maakte uit.
- Hij, zij, het maakte uit.
- ▸ En wat kon hij daar in godsnaam op antwoorden? Ze had een grote fles cognac in huis. En wat maakte het uit, het was nog vroeg.[1]