Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
maandagmorgengevoel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
maandagmorgengevoel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
maandagmorgengevoel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
maandagmorgengevoel is hier. De definitie van het woord
maandagmorgengevoel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
maandagmorgengevoel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het maandagmorgengevoel o
- tegenzin om na het weekeind weer aan het werk te moeten gaan
- ▸ Op tijd naar bed gaan, is niet voor iedereen gesneden koek. We herkennen allemaal dat lome, vermoeide maandagmorgengevoel en worden allemaal wel eens wakker van onze telefoons.[1]
- ▸ Het is maandagochtend. De wekker gaat en je moet eruit. Maar je weekend zat vol gepland en je hebt eigenlijk te weinig geslapen. Alweer. Echt fit voel je je dus niet. Je slaat gauw een kop koffie achterover en zorgt er ondertussen voor dat de kinderen zich klaarmaken voor school. Een half uur later heb je hen afgezet en schiet je de snelweg op. File, bah. Het maandagmorgengevoel is voor veel mensen een herkenbaar fenomeen. Sommigen ervaren dit gevoel zelfs élke werkdag.[2]
- ▸ ⧖ Als om te bewijzen dat een vrije dag, vooral op Zaterdag, er af kan, en dan temeer waar het geldt de viering van den geboortedag onzer geëerbiedigde Vorstin, was men op de beide dagen waarover dit overzicht loopt, in opgewekter stemming dan een Maandagmorgen-gevoel gewoonlijk meebrengt.[3]