manbaar
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord manbaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord manbaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je manbaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord manbaar is hier. De definitie van het woord manbaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmanbaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- man·baar
Woordherkomst en -opbouw
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | manbaar | manbaarder | manbaarst |
| verbogen | manbare | manbaardere | manbaarste |
| partitief | manbaars | manbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
- van een vrouw dat ze geschikt is om te huwen; van een man dat hij geschikt is om te huwen
- mannnelijk, manhaftig
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'manbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "manbaar" herkend door:
| 30 % | van de Nederlanders; |
| 29 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
