Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
mankeerde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
mankeerde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
mankeerde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
mankeerde is hier. De definitie van het woord
mankeerde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
mankeerde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
mankeerde
- enkelvoud verleden tijd van mankeren
- Ik mankeerde.
- Jij mankeerde.
- Hij, zij, het mankeerde.
mankeerde
- onpersoonlijke verleden tijd van mankeren
- Ik had hem nog nooit zo uitgelaten gezien. Het mankeerde er nog maar aan dat hij aan een huppeldansje zou beginnen. [1]