mankeren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord mankeren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord mankeren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je mankeren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord mankeren is hier. De definitie van het woord mankeren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmankeren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • man·ke·ren
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘missen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1588 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
mankeren
mankeerde
gemankeerd
zwak -d volledig

mankeren

  1. onpersoonlijk een gebrek hebben
    • Het mankeerde hem aan doorzettingsvermogen. 
  2. absoluut iets ~ aan: een gebrek vertonen
    • Er mankeerde van alles aan die vertaling. 
  3. absoluut iets ~: een ziekte of gebrek hebben
    • Hij heeft nog nooit iets gemankeerd. 
  4. overgankelijk te laat zijn om mee te reizen
    • Hij liep hard, maar mankeerde toch de trein. 
97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]