melkboer
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord melkboer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord melkboer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je melkboer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord melkboer is hier. De definitie van het woord melkboer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmelkboer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een melkboer.
- melk·boer
- In de betekenis van ‘iem. (oorspr. boer) die melk in het klein verkoopt’ voor het eerst aangetroffen in 1659 [1]
- samenstelling van melk en boer
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | melkboer | melkboeren |
| verkleinwoord | melkboertje | melkboertjes |
de melkboer m
- (beroep) iemand die langs de deur ging met voornamelijk melk en zuivelproducten, en eventueel een winkel dreef
- De melkboer bracht de melk bij ons aan de deur.
1.
- Het woord melkboer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "melkboer" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "melkboer" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
