10 Resultaten gevonden voor "merkten".

merkten

Geluid:  merkten    (hulp, bestand) merk·ten merkten meervoud verleden tijd van merken Wij merkten.  Jullie merkten.  Zij merkten.  Het woord merkten staat...


merkten aan

Geluid:  merkten aan    (hulp, bestand) merk·ten aan uit merkten (werkwoord) en aan, hiertussen kunnen nog andere woorden staan merkten aan meervoud verleden...


merkten op

woorden staan merkten (…) op meervoud verleden tijd van opmerken Wij merkten op.  Jullie merkten op.  Zij merkten op.  Het woord merkten op staat in de...


merkt

Geluid:  merkt    (hulp, bestand) merkt merkt tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van merken Jij merkt.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige...


merkte

 merkte    (hulp, bestand) merk·te merkte enkelvoud verleden tijd van merken Ik merkte.  Jij merkte.  Hij, zij, het merkte.  ▸ Na een tijdje merkte ik...


merkte aan

Geluid:  merkte aan    (hulp, bestand) merk·te aan uit merkte (werkwoord) en aan, hiertussen kunnen nog andere woorden staan merkte aan enkelvoud verleden...


merkte op

Geluid:  merkte op    (hulp, bestand) merk·te op uit merkte (werkwoord) en op, hiertussen kunnen nog andere woorden staan merkte op enkelvoud verleden...


merkt aan

Geluid:  merkt aan    (hulp, bestand) merkt aan uit merkt (werkwoord) en aan, hiertussen kunnen nog andere woorden staan merkt aan tweede persoon enkelvoud...


merkt op

Geluid:  merkt op    (hulp, bestand) IPA: / ˈmɛrəkt ˈɔp / (2 of 3 lettergrepen) merkt op uit merkt (werkwoord) en op (bijwoord), hiertussen kunnen nog...


achteruitwijken

aanwezigen in de Raadszaal waren achteruitgeweken naar de muur. Maar toen zij merkten, dat er niets ernstigs gebeurde en zagen dat Kleine Woord zelf rustig bleef...