merken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord merken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord merken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je merken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord merken is hier. De definitie van het woord merken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmerken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mer·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘van een teken voorzien, gadeslaan, opletten’ voor het eerst aangetroffen in 1240
  • afgeleid van merk met het achtervoegsel -en ??
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
merken
merkte
gemerkt
zwak -t volledig

Werkwoord

merken

  1. inergatief iets waarnemen of herkennen, gewaarworden
    • Je kon merken dat de man het moeilijk had na het overlijden van zijn zoon. 
     Zelfs het hoogteverschil kon ik duidelijk aan mijn ademhaling merken.
     Aan de bar in een klein dorpje vertelde de barman me een bijzonder verhaal over ene Seth Orme – trailname Cap – een 26-jarige jongen uit North-Carolina, die iets voor me op de trail liep. Hij had tijdens zijn vele hikes in de National Parks gemerkt hoe veel afval en wc-papier daar werd weggegooid.
  2. overgankelijk een merk aanbrengen op, markeren
Hyponiemen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de merkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord merk

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen