Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
mijzelf. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
mijzelf, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
mijzelf in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
mijzelf is hier. De definitie van het woord
mijzelf zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
mijzelf, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
mijzelf
- eerste persoon enkelvoud, versterkte vorm van mij
mijzelf
- eerste persoon enkelvoud, versterkte vorm van mij
- Ik heb mijzelf eens flink verwend.
- ▸ Een frisse rivier helemaal voor mijzelf, met als klap op de vuurpijl ook een aparte heetwaterbron.[1]
- Deze vorm kan alleen gebruikt worden als de reflexiviteit optioneel is, dat wil zeggen dat het werkwoord zowel wederkerend als niet-wederkerend gebruikt kan worden.
98 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[2]
|