minheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord minheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord minheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je minheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord minheid is hier. De definitie van het woord minheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanminheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • min·heid
  • afleiding van min met het achtervoegsel -heid
enkelvoud meervoud
naamwoord minheid minheden
verkleinwoord

de minheidv

  1. een vervelende, gemene handeling
    • Ja, oprecht-boos, om de minheid van de menschen, kan ik mij nog maken. Gij moogt mij gerust uitlachen; gij hebt gelijk, dat zij verachtelijk zijn, en dus niet verdienen dat men zich om hun minheid ergert. [1] 
47 % van de Nederlanders;
42 % van de Vlamingen.[2]
  1. Anna de Savornin Lohman De Hollandsche Lelie. Jaargang 23(1909-1910) Correspondentie van de redactie met de abonnés
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be