grofheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord grofheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord grofheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je grofheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord grofheid is hier. De definitie van het woord grofheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangrofheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grof·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • afleding van grof met het achtervoegsel -heid
enkelvoud meervoud
naamwoord grofheid grofheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de grofheidv

  1. het grof zijn
    • Wij verkopen schuurpapier met verschillende graden van grofheid 
  2. een onbeschofte, onbeleefde uiting
    • Met een schoen naar iemand gooien is in bepaalde culturen een enorme grofheid. 
    • „Ik ben op een rare manier best blij dat ik niet zo lang meer zal leven. Maar ik heb wel zorgen over de toekomst van mijn kleinkinderen. Ik vind de samenleving zo ongelofelijk grimmig geworden. Ik leef zelf heel comfortabel, op mijn eigen smalle pad. Maar als ik even naar buiten kijk en zie wat er allemaal aan grofheid, populisme en racisme opkomt… Ook die hele Zwarte Piet-discussie, met dat geschreeuw van: ‘wij laten ons onze cultuur niet afpakken’. Hoezo ‘onze cultuur afpakken’? Omdat er iets minder zwart op de gezichten wordt geverfd in een spróókje? Doodeng.”  
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Coen Verbraak 2 december 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be