monterheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord monterheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord monterheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je monterheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord monterheid is hier. De definitie van het woord monterheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmonterheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • mon·ter·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord monterheid monterheden
verkleinwoord

de monterheidv

  1. het opgewekt en levendig zijn als karaktereigenschap
     Hé, Rostov! Welkom, welkom! riep hij met dezelfde stem als voorheen in het regiment; maar Rostov merkte tot zijn droefheid dat achter die gewone ongedwongenheid en monterheid een nieuw, onaangenaam, verborgen gevoel uit de gelaatsuitdrukking, de intonatie en de woorden van Denisov sprak.[1]
     De ontvangers waren in één klap weer helemaal op de hoogte van het wel en wee dat de familie had meegemaakt. Weliswaar meer van het wel dan van het wee – rondzendberichten kenmerken zich nu eenmaal door vuurvaste monterheid en enthousiasme – maar het was toch leuk om de relatie weer even bevestigd te zien. Zij leven nog en wij bestaan nog voor hen, dus snel een kaartje teruggekrabbeld met althans een passabele foto erbij.[2]
  2. iets dat past bij een opgewekt en levendig persoon
  1. “Oorlog en Vrede” (1869), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028251151
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 januari 2022 Weblink bron “Eindejaarskaartje” (31/12/2010), HP de Tijd