narollen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord narollen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord narollen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je narollen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord narollen is hier. De definitie van het woord narollen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vannarollen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • na·rol·len

narollen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
narollen
rolde na
nagerold
zwak -d volledig
  1. blijven rollen
    • Die beginkreet: ‘Hawinkels, lig niet te etteren!’ is hem, met uitroepteken en al, in zijn prille jeugd (nou ja, wat is pril?) eens toegevoegd door meester Koppes, van wie wij onmiddellijk na de geciteerde opening, ‘het narollen met zijn overdreven, lichtelijk uitpuilende ogen’ mogen aanschouwen, maar van wie wij pas, en ook dat is provocatietaktiek, een complete pagina later: zelfde zin maar onderbroken door afhankelijke hoofd-, ja volzinnen (punten en hoofdletters), zeven in getal, de ietwat ontgoochelende eigennaam vernemen, alsnog met verdere gegevens over 's mans hals- en wangpartijen aangevuld. [1] 
    • Meteen was het dan weer alsof ik boven een grote diepte zweefde, een ondeelbaar moment, net als Franz, voordat die loden bal hem ratelend kwam narollen van de pannen. [2] 
85 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[3]


  1. (2017)–Jacco Cornelissen, René van Hoften, Frits Robeerst 40 jaar n.P. Pé Hawinkels 1942-1977, Nijmeegs schrijver, dichter, vertaler
  2. Max Niematz De Revisor. Jaargang 32(2005) Frau Krüger
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be