natuuropvatting

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord natuuropvatting. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord natuuropvatting, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je natuuropvatting in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord natuuropvatting is hier. De definitie van het woord natuuropvatting zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vannatuuropvatting, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • na·tuur·op·vat·ting
enkelvoud meervoud
naamwoord natuuropvatting natuuropvattingen
verkleinwoord - -

de natuuropvattingv

  1. manier waarop je aankijkt tegen het geheel van planten, dieren en hun leefomgeving voor zover die vanzelf ontwikkelt
     Hoe die kaalslag in zijn werk gaat, biechtte per ongeluk een boer op in het artikel over de Twentse idylle. Die boer, Erwin Evers, vindt het gebied in de loop der jaren alleen maar mooier geworden. „Opener”, zegt hij. „De percelen zijn groter geworden, houtwallen verdwenen en je kunt verder weg kijken.” Ziedaar zijn natuuropvatting: recht zo die gaat.[1]
     Twee jaar geleden schreef hij een mooie catalogusinleiding bij een tentoonstelling van schilderijen van Marian Plug. Op een even bevlogen als inzichtelijke wijze behandelde hij daarin haar landschappen, plaatste ze in de traditie van de romantische en symbolistische natuuropvatting, en verleende haar werk nog meer prestige door er hedendaagse grootheden als Kiefer en Armando bij te halen.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2024 Weblink bron
    Tommy Wieringa
    “Prediker 1:18” (27 juni 2020) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2024 Weblink bron
    Carel Blotkamp
    “Kritische oratie van Evert van Uitert” (11 september 1987) op nrc.nl op Wikipedia