negenhonderdeneenenzestig

0	9	6	1

negenhonderdeneenenzestig,
op een abacus

• Geluid:  negenhonderdeneenenzestig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌneɣə(n)ˌhɔndərtɛnˈenənˌsɛstəx / (9 lettergrepen)

• ne·gen·hon·derd·en·een·en·zes·tig

• samenstellende samenstelling van  negenhonderd ht,   en vw  en  eenenzestig ht 

negenhonderdeneenenzestig

1. "961", langere vorm van negenhonderdeenenzestig, negenhonderd plus eenenzestig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft negenhonderdeneenenzestig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot negenhonderdeneenenzestig. 

• negenhonderdeenenzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "negenhonderdeneenenzestig" wordt zelden gebruikt)^{[1] [2]}

rangtelwoord

• negenhonderdeneenenzestigste

hooftelwoord samengesteld met "negenhonderdeneenenzestig" ht als linkerdeel

• negenhonderdeneenenzestigduizend

• Het woord 'negenhonderdeneenenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.