nieuwkomer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord nieuwkomer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord nieuwkomer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je nieuwkomer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord nieuwkomer is hier. De definitie van het woord nieuwkomer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vannieuwkomer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • nieuw·ko·mer
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘nieuweling’ voor het eerst aangetroffen in 1946 [1]
  • Samenstellende afleiding van nieuw en de stam van komen met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord nieuwkomer nieuwkomers
verkleinwoord nieuwkomertje nieuwkomertjes

de nieuwkomerm

  1. nieuweling, noviet, rekruut, debutant, groentje, beginneling, allochtoon
    • De afgelopen twee jaar is de gemiddelde kale huurprijs voor nieuwkomers met 29 procent gestegen. [3] 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]