Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
omgrenzen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
omgrenzen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
omgrenzen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
omgrenzen is hier. De definitie van het woord
omgrenzen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
omgrenzen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
omgrenzen [1]
- precies bepalen wat wel of niet tot een bepaald gebied of begrip behoort
- Nog moeilijker te omgrenzen zijn de merit goods, goederen die aan afzonderlijke gebruikers worden geleverd maar die tegelijk van groot belang worden geacht voor anderen dan deze gebruikers. Voorbeeld bij uitstek is het onderwijs. Omdat echter alle mogelijke vormen van consumptie positief te noemen 'externe effecten' hebben - van theaterbezoek tot het eten van bruin brood, van vakantiereizen tot het raadplegen van de huisarts - kan de subsidiëring ervan door de overheid altijd gerechtvaardigd worden door ze tot merit good te bestempelen: het terrein van staatszorg wordt zo onbegrensd. [2]
- Vanaf het begin dezer acties hebben de oprichters van de IJsselmeervereniging, Marten Bierman en ondergetekende, duidelijk gesteld dat het gebied planologisch en ecologisch zwak is ontwikkeld. Barse dijken van basalt omgrenzen een holle binnenzee met weinig ecologische diversiteit. Het ornitologische abattoir van de Afsluitdijk en de overige doorgaande dijkwegen eist ontelbare vogellevens, waarvan de oorzaak is gelegen in de abrupte, zeer onecologische gradiënten van zout naar zoet en van water naar beton. [3]
- Het omgrenzen van Maleise soorten vergt vergelijking met planten uit omringende landen zoals Japan en China; 2) het was Von Siebold die de complete Rijksherbarium collecties in 1830 redde in het opstandige Brussel waar Koning Willem I een jaar eerder het instituut had gevestigd. [4]
85 % |
van de Nederlanders;
|
87 % |
van de Vlamingen.[5]
|