onbeplant
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord onbeplant. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord onbeplant, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je onbeplant in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord onbeplant is hier. De definitie van het woord onbeplant zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanonbeplant, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- on·be·plant
- Naamwoord van handeling van beplanten met het voorvoegsel on-
| stellend | |
|---|---|
| onverbogen | onbeplant |
| verbogen | onbeplante |
| partitief | onbeplants |
onbeplant [1]
- zonder planten of bomen
- Tuin en park zijn aan het begin van de twintigste eeuw aangelegd in de Engelse landschapsstijl. Voor het ontwerp tekende landschapsarchitect L.A. Springer. Bomen en struiken werden afgewisseld met onbeplante zichtassen, zodat er doorkijkjes ontstonden naar de villa. De werkzaamheden hebben als doel dat uitzicht in ere te herstellen.[2]
- Ineens is het leeg. Of open. Op de weg liggen nog de modderkluiten van het landbouwverkeer. De spruitjes staan fier op het land, de rechthoekige hooibalen zijn opgestapeld tot gedrongen bouwsels. We koersen over een strakke, rechte onbeplante weg die tot onverantwoord inhaalgedrag uitnodigt - totdat er bij Maasdam een rotonde opdoemt om de overmoedige automobilist te temmen.[3]
- Het woord onbeplant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onbeplant" herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 93 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Enschede 02-MAART-2012
- ↑ NRC Tracy Metz 24 oktober 1998
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
