ongebogen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ongebogen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ongebogen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ongebogen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ongebogen is hier. De definitie van het woord ongebogen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanongebogen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • on·ge·bo·gen
stellend
onverbogen ongebogen
verbogen
partitief ongebogens

ongebogen [1]

  1. recht van houding en gestalte
    • De Noorderlingen lijkt te zijn opgezet als tegenpool van Van Warmerdams succesvolle debuut Abel. Zo stelde de regisseur, opnieuw in samenwerking met cameraman Marc Felperlaan, voor zijn tweede film een onopvallend palet van gedempte tinten, in de plaats van de overdadig warme, intense kleuren. Nu zijn het de lijnen die het beeld regeren: een recht straatje markeert de strikt horizontale en verticale lijnen van ramen en deuren van twee huizenblokken. Naast het wijkje is een bos met kaarsrecht oprijzende dennenstammen langs een ongebogen zandpad. In het midden van het bos bevindt zich in de schemer een rond ven. Daar lijken ongeremd de gevoelens te ontstaan die het wijkje smoort: ontluikende erotiek, kleine hartstocht, vriendschap, chaos en creativiteit. [2] 
94 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Joyce Roodnat 16 april 1992
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be