onroerendgoedbelasting

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord onroerendgoedbelasting. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord onroerendgoedbelasting, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je onroerendgoedbelasting in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord onroerendgoedbelasting is hier. De definitie van het woord onroerendgoedbelasting zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanonroerendgoedbelasting, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • on·roe·rend·goed·be·las·ting
enkelvoud meervoud
naamwoord onroerendgoedbelasting onroerendgoedbelastingen
verkleinwoord

de onroerendgoedbelastingv

  1. (financieel) belasting die men moet betalen als eigenaar van huizen en gebouwen
     Hoe staat het trouwens met je huis in Den Bosch? Door de gemeente gevorderd, of hoe noemen ze dat, wegens achterstallig onderhoud. De onroerendgoedbelasting zal er ook wel iets mee te maken hebben.[1]
     Volgens de premier heeft de Griekse bevolking, en vooral diegenen die het zwaarst zijn getroffen, recht op verlichting, en moeten onrechtvaardigheden worden hersteld. Hij kondigde onder meer belastingverlichtingen aan. De onroerendgoedbelasting voor een groot deel van de bevolking zal de komende twee jaar worden gehalveerd. De belasting voor bedrijven gaat komend jaar van 29 naar 25 procent. En de belasting voor de laagste inkomensgroepen gaat omlaag.[2]
  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023479925
  2. Bronlink geraadpleegd op 9 maart 2022 Weblink bron “Griekenland wil af van pensioenafspraken met Europa” (08-09-2018), NOS