voorvoegsel onthecht enkelvoud tegenwoordige tijd van onthechten gebiedende wijs van onthechten onthecht voltooid deelwoord van onthechten onthechtheid Het woord...
Geluid: onthechtte (hulp, bestand) ont·hecht·te onthechtte enkelvoud verleden tijd van onthechten Ik onthechtte. Jij onthechtte. Hij, zij, het onthechtte...
onthechtten (hulp, bestand) ont·hecht·ten onthechtten meervoud verleden tijd van onthechten Wij onthechtten. Jullie onthechtten. Zij onthechtten...
Geluid: onthechtend (hulp, bestand) ont·hech·tend onthechtend onvoltooid deelwoord van onthechten...
Geluid: onthechtende (hulp, bestand) ont·hech·ten·de onthechtende verbogen vorm van onthechtend, het onvoltooid deelwoord van onthechten Het woord...
Geluid: onthechte (hulp, bestand) ont·hech·te onthechte verbogen vorm van onthecht, voltooid deelwoord van onthechten Het woord onthechte staat in...
Geluid: onthechtingen (hulp, bestand) ont·hech·tin·gen de onthechtingen mv meervoud van het zelfstandig naamwoord onthechting...
Geluid: onthechting (hulp, bestand) ont·hech·ting Naamwoord van handeling van onthechten met het achtervoegsel -ing de onthechting v je losmaken van...
Geluid: onthechten (hulp, bestand) ont·hech·ten afleiding van hechten met het voorvoegsel ont- onthechten emotioneel afstand nemen van iets of iemand...
poezig lijkend op een poes Zo zag een dichteres eruit: een poezig zusje dat onthecht haar breekbare gedichten zegt over gevoelens, een geluid zacht, aardig...