onvree

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord onvree. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord onvree, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je onvree in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord onvree is hier. De definitie van het woord onvree zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanonvree, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • on·vree
  • afleiding van vrede met het voorvoegsel on-
enkelvoud meervoud
naamwoord onvree
verkleinwoord

de onvreev / m

  1. het niet tevreden en rustig zijn
    • Een tijding uit Zuid-Limburg: onrust en onvree onder de ex-mijnwerkers. Ik reis erheen. Vijfentwintig jaar geleden was ik ook in Heerlen. Het was 17 december 1965. Beleef je een historisch moment op het historische moment zelf? Ik was nog maar kort bij deze krant, althans bij het toenmalige Handelsblad en mocht de grote plechtigheid verslaan. [1] 
82 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[2]
  1. NRC John Jansen van Galen 8 december 1990 De Natie 13
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be