onzelfzuchtig
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord onzelfzuchtig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord onzelfzuchtig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je onzelfzuchtig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord onzelfzuchtig is hier. De definitie van het woord onzelfzuchtig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanonzelfzuchtig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·zelf·zuch·tig
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van zelfzuchtig met het voorvoegsel on-
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | onzelfzuchtig | onzelfzuchtiger | onzelfzuchtigst |
| verbogen | onzelfzuchtige | onzelfzuchtigere | onzelfzuchtigste |
| partitief | onzelfzuchtigs | onzelfzuchtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onzelfzuchtig
- niet steeds eigen voordeel beogend
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord onzelfzuchtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onzelfzuchtig" herkend door:
| 93 % | van de Nederlanders; |
| 94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
