op z'n janboerenfluitjes

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord op z'n janboerenfluitjes. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord op z'n janboerenfluitjes, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je op z'n janboerenfluitjes in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord op z'n janboerenfluitjes is hier. De definitie van het woord op z'n janboerenfluitjes zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanop z'n janboerenfluitjes, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op z'n jan·boe·ren·fluit·jes
Woordherkomst en -opbouw
  • gevormd uit de denkbeeldige eigennaam "Jan Boerenfluitje" met het voorzetsel "op", het bezittelijk voornaamwoord z'n en met het achtervoegsel -s; in de betekenis "op een weinig zorgvuldige manier" aangetroffen vanaf 1901 (zie vindplaats hieronder). Over de eigennaam "Jan Boerenfluitje" is buiten deze uitdrukking vrijwel niets terug te vinden, maar hij past in een reeks van denkbeeldige namen die met "Jan" beginnen zoals "Jan Pilo", "Jan Rap" en "Jan Splinter" die een eenvoudige man aanduiden. Een boerenfluit werd wel gebruikt als symbool voor weinig verfijnde cultuur.

Bijwoord

op z'n janboerenfluitjes

  1. op een geïmproviseerde, weinig zorgvuldige manier
     "Robert heeft zich amper voorbereid op deze ronde, je zou bijna kunnen zeggen dat hij hier op z’n janboerenfluitjes naartoe heeft geleefd", sprak ploegleider Adri van Houwelingen zondag.
      We hopen van harte, dat deze kwestie nu niet op z'n Jan-boeren-fluitjes behandeld zal worden, maar dat de Raad genoeg inzicht in 't gemeente-belang zal hebben om de wenschelijkheid en mogelijkheid van erfpacht te overwegen.
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 23 december 2023 Weblink bron
    Haeseryn, W. e.a.
    “Algemene Nederlandse Spraakkunst.” (1997), 5.5.7.3.i Het type 'voorzetsel + bezittelijk voornaamwoord + x' (versie 2.1). op ivdnt.org
  3. jan op website: Etymologiebank.nl
  4. Bronlink geraadpleegd op 23 december 2023 Weblink bron
    Jan Baptista Wellekens
    “Bruiloft dichten van Jan Baptista Wellekens” (1729), Gerrit Bos, Amsterdam, p. 40 r. 8
  5. Bronlink geraadpleegd op 23 december 2023 Weblink bron “Alle de gedichten van Anna Roemers Visscher. Deel 1.” (1881), J.L. Beijers, Utrecht, p. 128 onder XXI.
  6. Bronlink geraadpleegd op 23 december 2023 Weblink bron “Van Houwelingen tevreden over optreden Gesink” (9 september 2012) op nu.nl op Wikipedia
  7. Bronlink geraadpleegd op 23 december 2023 Weblink bron Verkoop van Gemeentegrond. in: De Moker, jrg. 1 nr. 39 (23 november 1901), p. 1 kol. 2