Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
opliep. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
opliep, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
opliep in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
opliep is hier. De definitie van het woord
opliep zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
opliep, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
opliep
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van oplopen
- ... dat ik opliep.
- ... dat jij opliep.
- ... dat hij, zij, het opliep.