oploop

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord oploop. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord oploop, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je oploop in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord oploop is hier. De definitie van het woord oploop zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanoploop, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·loop

Werkwoord

vervoeging van
oplopen

oploop

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplopen
    • ... dat ik oploop. 

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be