optaste

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord optaste. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord optaste, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je optaste in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord optaste is hier. De definitie van het woord optaste zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanoptaste, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • op·tas·te

optaste

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van optassen
    • ... dat ik optaste. 
    • ... dat jij optaste. 
    • ... dat hij, zij, het optaste. 
    • Drie jaar later, op 5 augustus 1974, lukte het de colporteur opnieuw een jongetje mee te lokken naar zijn geheime schat aan Donald Ducks. In de badkamer bleek het jongetje echter een meisje, dat er met haar jeans en kortgeknipte haar alleen maar jongensachtig uit had gezien: de tienjarige Heleentje Isaac. Meisjes beantwoordden niet aan de pedofiele lusten van Gerard Spruit. Hij vermoordde haar uit woede over haar vrouwelijke geslachtskenmerken. Het lijfje werd in een blauwe wasmand versleept naar sportpark Elzenhage aan de Buiksloterdijk in Amsterdam-Noord. Het was de mand waarin de familie Spruit met Sinterklaas de surprises optaste. [1] 

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als aanvoegende wijs.

optaste

  1. (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van optasten
    • ... dat men optaste. 
  1. Het Parool 21 juli 2008 Dood van een uitgever


vervoeging van
optar

optaste

  1. tweede persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito indefinido) van optar