opvang

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord opvang. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord opvang, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je opvang in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord opvang is hier. De definitie van het woord opvang zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanopvang, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • op·vang
enkelvoud meervoud
naamwoord opvang opvangen
verkleinwoord

de opvangm

  1. het verzorgen van kinderen op de uren dat de ouders dat niet zelf kunnen doen, kinderopvang
    • De buitenschoolse opvang is een plek waar kinderen na schooltijd hun vrije tijd doorbrengen. 
  2. het opvangen en hulp verlenen aan dieren of mensen in nood
    • De regering heeft geld uitgetrokken voor de eerste opvang van de slachtoffers van de aarbeving. 
vervoeging van
opvangen

opvang

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvangen
    • ... dat ik opvang. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be