opvreter
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord opvreter. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord opvreter, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je opvreter in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord opvreter is hier. De definitie van het woord opvreter zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanopvreter, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·vre·ter
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | opvreter | opvreters |
| verkleinwoord | opvretertje | opvretertjes |
Zelfstandig naamwoord
de opvreter m
- iemand die op kosten van een ander leeft, profiteur, parasiet, klaploper, uitvreter
- iemand die zijn gevoelens niet uit en zich dus opvreet van bijvoorbeeld woede, binnenvetter
- De opvreter zat met samengebalde vuisten en samengeknepen lippen naar het nieuws te kijken.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'opvreter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opvreter" herkend door:
| 85 % | van de Nederlanders; |
| 82 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- ↑ opvreter op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
