oudgast
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord oudgast. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord oudgast, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je oudgast in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord oudgast is hier. De definitie van het woord oudgast zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanoudgast, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- oud·gast
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | oudgast | oudgasten |
| verkleinwoord |
de oudgast m
- iemand die al lang in Nederlands-Indië woonde
- Het woord oudgast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oudgast" herkend door:
| 41 % | van de Nederlanders; |
| 39 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
