paasweekend

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord paasweekend. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord paasweekend, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je paasweekend in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord paasweekend is hier. De definitie van het woord paasweekend zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpaasweekend, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • paas·week·end
enkelvoud meervoud
naamwoord paasweekend paasweekends
paasweekenden
verkleinwoord paasweekendje paasweekendjes

het paasweekendo

  1. periode van paaszaterdag tot en met tweede paasdag
    • De wegen in de Bollenstreek zaten tijdens het paasweekend zo verstopt dat de Keukenhof mensen opriep thuis te blijven. Ook vandaag was het weer raak. Volgens Keukenhof-directeur Bart Siemerink kan de regio de toenemende drukte niet meer aan. ,,Voor bewoners en ondernemers is deze situatie onacceptabel.’’ [1] 
  1. Tubantia Annemieke van Dongen 23-04-19, Directeur Keukenhof: Bollenstreek kan drukte niet meer aan