Pasen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Pasen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Pasen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Pasen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Pasen is hier. De definitie van het woord Pasen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanPasen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: pasen


Nederlands

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘christelijk feest’ voor het eerst aangetroffen in 1236
  • Van Hebreeuws Pesach (overslaan), een verwijzing naar het bijbelverhaal in Exodus 12 (specifiek vers 23 en 27).
Woordafbreking
  • Pa·sen
enkelvoud meervoud
naamwoord Pasen -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het Paseno

  1. (religie) (feest) het belangrijkste feest van het christendom, waarbij de Opstanding van Jesus centraal staat
    • Pasen wordt gevierd op de zondag na de eerste volle maan in de lente. 
Hyponiemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • wanneer Pasen en Pinksteren op één dag vallen
nooit
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen