pandbewijs

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pandbewijs. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pandbewijs, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pandbewijs in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pandbewijs is hier. De definitie van het woord pandbewijs zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpandbewijs, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • pand·be·wijs
enkelvoud meervoud
naamwoord pandbewijs pandbewijzen
verkleinwoord pandbewijsje pandbewijsjes

het pandbewijso

  1. bewijs dat men een voorwerp te leen heeft gegeven bij een bank van lening
     Dan is hier ook nog een pandbewijs en een brief: de premie voor degene die de geschiedenis van Soevorovs veldtochten schrijft.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Leov Tolstoj
    “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1