pandoer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pandoer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pandoer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pandoer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pandoer is hier. De definitie van het woord pandoer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpandoer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pan·doer
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kaartspel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1873
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘militair van een tegen Turkse opstandelingen geformeerd grenskorps’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1831
enkelvoud meervoud
naamwoord pandoer pandoeren
pandoers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het pandoero

  1. (spel) kaartspel met 48 kaarten voor 2 keer 2 spelers
  2. (militair) militair van een tegen Turkse opstandelingen geformeerd grenskorps
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
pandoeren

pandoer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pandoeren
    • Ik pandoer. 
  2. gebiedende wijs van pandoeren
    • Pandoer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pandoeren
    • Pandoer je? 

Gangbaarheid

66 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen