passagieren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord passagieren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord passagieren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je passagieren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord passagieren is hier. De definitie van het woord passagieren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpassagieren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • pas·sa·gie·ren
  • Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘aan wal gaan van zeelieden’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1]
  • afleiding van passagier [2]

passagieren [3]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
passagieren
passagierde
gepassagierd
zwak -d volledig
  1. (scheepvaart) aan wal gaan van bemanningsleden van (zee)schepen tot het schip weer uitvaart
    • De aloude zeemansgewoonte om in elke havenstad op zoek te gaan naar drank, hoeren, een nieuwe tattoo en een stevige knokpartij behoort vrijwel tot het verleden. Matrozen en stuurlui als die van de Energizer krijgen allang de tijd niet meer om te gaan ‘passagieren’. In Rotterdam zijn ze voor dergelijk vertier bovendien ook op de verkeerde plek. Op een enkele seksclub na heeft de stad de ‘zwierzoeker’ weinig of niets te bieden. [4] 
82 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[5]