pendag
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pendag. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pendag, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pendag in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pendag is hier. De definitie van het woord pendag zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpendag, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- pen·dag
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | pendag | pendagen |
| verkleinwoord |
de pendag m
- eerste ziektedag of ziektedagen waarop iemand nog geen ziektegeld ontvangt
- laatste twee dagen van week waarvoor het loon pas de volgende week betaald wordt
- Het woord 'pendag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pendag" herkend door:
| 30 % | van de Nederlanders; |
| 35 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ pendag op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
