pijnhout

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pijnhout. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pijnhout, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pijnhout in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pijnhout is hier. De definitie van het woord pijnhout zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpijnhout, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • pijn·hout
enkelvoud meervoud
naamwoord pijnhout
verkleinwoord

het pijnhouto

  1. hout afkomstig van naaldbomen
     Duidelijk is wel dat ze onder de neus van de pastor zijn weggehaald en vervangen door onwaardig spul in een poging de roof te camoufleren: 'Kijk wat we nu hebben, deuren van derderangs pijnhout, het goedkoopste van het goedkoopste. Slechte kwaliteit en bovendien zijn ze van ongelijke lengte.'[2]
51 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Cees Zoon
    “En weg waren de kerkdeuren” (27 juni 2005), de Volkskrant
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be