pijn

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pijn. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pijn, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pijn in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pijn is hier. De definitie van het woord pijn zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpijn, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • pijn
enkelvoud meervoud
naamwoord pijn pijnen
verkleinwoord pijntje pijntjes

 de pijnv / m

  1. (medisch) lichamelijk leed, veroorzaakt door ziekte of verwonding
    • De pijn bevindt zich in de streek rond de kuit. 
     Als toetje nam ik twee ibuprofen-pillen om de pijn in mijn voeten te verdoven en ik kroop met vermoeide benen in mijn slaapzak.[6]
  2. (medisch) geestelijk leed
    • De pijn om haar overleden echtgenoot bleef nog lang in haar ronddwalen. 
  • pijn doen
vervoeging van
pijnen

pijn

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pijnen
    • Ik pijn. 
  2. gebiedende wijs van pijnen
    • Pijn! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pijnen
    • Pijn je? 
enkelvoud meervoud
naamwoord pijn pijnen
verkleinwoord pijntje pijntjes

 de pijnm

  1. (plantkunde) benaming voor naaldbomen uit het geslacht Pinus op Wikispecies
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[7]