Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
pin. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
pin, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
pin in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
pin is hier. De definitie van het woord
pin zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
pin, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘houten nagel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285
-
- afkorting van persoonlijk identificatienummer
de pin v / m
- (techniek) een dun metalen staafje waarmee iets bevestigd kan worden
- (afkorting) pincode, persoonlijk identificatienummer
- (financieel), (economie) een betalingssysteem waarbij er met een pinpas en pincode betaald wordt
1. een dun metalen staafje waarmee iets bevestigd kan worden
pin
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pinnen
- gebiedende wijs van pinnen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pinnen
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.
|
- Afkomstig van het Oudengelse woord pinn.
pin
- stift
pin
- overgankelijk bevestigen
pin m
- (plantkunde) den, pijn
- (spreektaal) lekker ding, stuk
- «Vise le pin qui rapplique avec son beau petit cul moulé dans son jean!»
- Kijk dat stuk eens dat daar aankomt met dat mooie strakke kontje in haar spijkerbroek!