plantenrijk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord plantenrijk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord plantenrijk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je plantenrijk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord plantenrijk is hier. De definitie van het woord plantenrijk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanplantenrijk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • plan·ten·rijk
enkelvoud meervoud
naamwoord plantenrijk plantenrijken
verkleinwoord

het plantenrijko

  1. (biologie) (plantkunde) de verzameling van alle organismen die zich niet kunnen voortbewegen en die fotosynthese vertonen
     Weer kwam het bij hem op dat zijn perceptie van de geschiedenis, van dat wat men de loop der geschiedenis noemt, heel anders was dan de algemeen gebruikelijke, dat zij zich op dezelfde manier aan hem voordeed als het leven van het plantenrijk.[2]
  2. de wereld van de planten
     Jan Siebelink, schrijver van bestsellers als Nachtschade en Knielen op een bed violen, is vandaag 80 geworden. Als zoon van een kweker vervullen planten een belangrijke rol in zijn oeuvre. Daarom publiceert hij een ode aan 'zijn stille plantenrijk'. In NOS Met het Oog op Morgen blikte Siebelink uitgebreid terug op zijn leven.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028261396